Zecharia Sitchin's vertaling en
reconstructie van de autobiografie van de Soemerische god Enki,
genoemd: "The Lost Book of Enki (2001)" (het verloren
boek van Enki), gebaseerd op zijn vertaling van de Soemerische
kleitabletten. Een gedeelte van het verhaal vertelt over Alalu
(mogelijk bekend als "Cronus" in de Griekse mythologie);
de meedogenloze voormalige koning van de planeet Nibiru, die
naar de planeet Aarde ("Ki" in het
Soemerisch) vluchtte nadat hij verslagen was door Anu (die vervolgens
de nieuwe koning werd). Vanwege de noodzakelijke vlucht door de
astroïdengordel om de Aarde te kunnen bereiken was dit een
levensgevaarlijke onderneming dat vanwege dit gevaar nooit eerder
door de Nibiruanen was gepoogd. Hij zag er waarschijnlijk zelf
meer tegenop om gevangen te worden genomen door koning Anu, en
tevens omdat zijn onderzoek op Aarde een grote verdienste zou zijn
voor de inwoners van Nibiru, had hij de stille hoop om later ooit
Nibiru weer te herclaimen. Hij was blijkbaar de eerste inwoner van
Nibiru die op Aarde aankwam zo'n 500.000 jaar geleden. Er werd
gehoopt om op Aarde een overvloed aan goud aan te treffen, wat
gebruikt zou kunnen worden om de atmosfeer van hun stervende planeet
Nibiru te repareren, maar dit viel echter tegen en men zou dit goud
voornamelijk diep binnenin in de Aarde aantreffen wat zeer zwaar werk was om
dit boven te krijgen. Later arriveerden Anu's zonen Enki (Ea) en
Enlil met hun staf om op Aarde om het goud te delven.
Later
zou Alalu nog eens met Anu om de heerschappij van de planeet Nibiru
hebben gevochten, wat ditmaal gebeurde middels een ongewapende
worstelwedstrijd van man tegen man. Alalu verloor echter en
castreerde Anu in zijn frustratie. (Opvallende gelijkenis met de
Griekse mythologie waar Uranus gecastreerd werd door Cronus.) Vanwege
deze misdaad werd hij zwaar bestraft en werd
verbannen naar
de planeet Mars. Alhoewel het niet de bedoeling was om hem te doden
stierf hij echter toch binnen een korte tijd op Mars. Mogelijk
vanwege het besef dat hij veel te zwaar was gestraft en het feit dat
zijn leven hoe dan ook toch een grote verdienste was voor de inwoners
van de planeet Nibiru, werd hij met respect begraven in een zeer
grote grot waar men het gezicht van Alalu in uitsneed. Hierdoor werd
deze grot een gedenkteken voor zijn heldhaftige reis naar de
planeet Aarde, waar hij vanaf de planeet Mars naar de planeet Aarde
leek te kijken. Natuurlijk doet dit verhaal sterk denken aan het
vermeende "gezicht op Mars" van de Cydonia-regio op Mars,
en toeval of niet; de Griekse godin Cydonia is de godin van de
heldhaftigheid.
Marskolonisten die de Igigi (zie het
hoofdstuk: "de
zonen Gods en de Mensendochters") werden genoemd zouden dit
specifieke gebied van Mars vroeger gebruikt hebben als een tijdelijk
tussenstation voor het goudtransport van de Aarde naar Mars. Dit is
waarom er hier deze piramide-achtige formaties en andere bouwwerken
zouden kunnen staan in de buurt liggen van het "gezicht op
Mars". (Voor meer over Zecharia Sitchin zie het hoofdstuk:
"Buitenaardse
bezoekers".)