Deze website gaat over eeuwenoude en voorhistorische geschiedenis volgens oude overleveringen van voorbijgegane beschavingen en helderziende mediums van toen en nu, waaronder: Edgar Cayce (de meest gedocumenteerde helderziende uit de 20e eeuw), Dr. Douglas James Cottrell (één van de meest bekende gedocumenteerde helderzienden in Canada en vooral bekend vanwege zijn "diepe trance meditatie"-sessies), en Nederlands trance-medium Daan Akkerman.
Het Oude Testament uit de Bijbel is in essentie overgenomen van de veel oudere Joodse Tenach, dat bestaat uit vele oudere mondelinge overleveringen die pas veel later zijn opgeschreven. Over het algemeen wordt aangenomen dat Mozes de schrijver van de Tenach is. In die tijd en daarvoor konden slechts hoogopgeleiden lezen en schrijven. Mozes kon dit omdat hij opgegroeid was aan het Egyptische hof. De oorspronkelijke Tenach werd in het Klassiek Hebreeuws geschreven waarvan letterlijke vertalingen vandaag de dag niet bestaan, of zelfs onmogelijk zijn, vanwege de ouderdom en dubbelzinnige complexiteit van de taal. Vanwege de toen nog grotere onbekendheid met de taal, werd de latere Christelijke Bijbel daarom ook niet uit het Klassiek Hebreeuws vertaald maar uit de Griekse vertalingen hiervan. Het was dus nooit een rechtstreekse vertaling, maar echter een vertaling van weer een andere vertaling.
De vergelijking met de oudere Nag Hammadi geschriften laat verder zien dat er door de eeuwen heen gedeeltes van bepaalde teksten zijn weggelaten of veranderd, vergeleken met de versies van de geschriften zoals we die vandaag de dag kennen.
Toen rond het begin van de jaartelling het Christendom
ontstaan is en op een gegeven moment de Bijbel samengesteld werd als
een bundel van vele oude geschriften, werden veel van dit soort oude
geschriften niet in de Bijbel opgenomen omdat ze niet helemaal
overeenkwamen met de visie van het Christelijke geloof in die tijd.
Deze geschriften werden wel aangehangen door het Gnosticisme en
daarom worden ze nu ook wel Gnostische teksten genoemd. De kenmerken
van dit soort teksten is dat het Goddelijke ook in jezelf te vinden
is; dat iedereen zonen en dochters zijn van God, iets dat in het
verleden zeker de absolute machtsinvloed van de kerk zou hebben
ondermijnt. Er zijn ook Gnostische teksten over een
zogenaamde "scheppergod" die blijkbaar niet dezelfde was als de
werkelijke almachtige God.
Soemerië was een eeuwenoude beschaving dat onderdeel was van het hedendaagse Irak. In de Soemerische mythologie werden hun goden "Anunnaki" genoemd. Er zijn veel overeenkomsten met de verhalen van de eeuwenoude Soemerische kleitabletten en het Bijbelboek Genesis. Deze eeuwenoude teksten werden opgeschreven in spijkerschrift en zijn minstens 6.000 jaar oud. Het spijkerschift is lang onvertaald gebleven totdat een Duitse schoolleraar in 1802 uiteindelijk het schrift ontcijferde aan de hand van de Behistun-inscriptie dat in drie verschillende talen geschreven was, op een gelijksoortige manier zoals met de Steen van Rosetta.
De Elohim zouden de scheppers van de Aarde geweest zijn. De Bijbel
noemt de Elohim in het boek Genesis, maar is in de nieuwere
vertalingen vertaald als "HEERE" of "God".
Dit kan niet helemaal correct zijn omdat het Klassiek Hebreeuwse
woord Elohim de meervoudsvorm is van "Eloha". Volgens de
Joodse engelenhiërarchie betekend het: "goddelijke wezens",
en volgens deze hiërarchie zouden er zelfs nog hogere scheppende
krachten bestaan.
Volgens Zecharia Sitchin's vertaling van het
scheppingsverhaal van de Soemerische kleitabletten zou het woord "Anunnaki" betekenen:
"zij die uit de "hemel naar de Aarde zijn gekomen". De Anunnaki waren mensachtige buitenaardse
bezoekers, afkomstig van buiten ons zonnestelsel, die op Aarde kwamen in de verre oudheid.
Gedurende deze tijd kruisten ze de genen van de aapmens Homo Erectus met hun eigen genetisch
materiaal waardoor een nieuwe levenssoort ontstond.
Aanvankelijk wilde men een werkslavenras ontwikkelen met een laag intelligentieniveau zodat men het zware werk van de Igigi kon overnemen. De geneticus Enki had deze soort echter later naar een hogere meer verheven en intelligentere staat gebracht dat vergelijkbaar was met hun scheppers, wat uiteindelijk leidde tot de schepping van de de moderne mens: de "Adam", wat "mens" betekend. (Waarschijnlijk de eerste soort van "Homo Sapiens" die we nu "Cro-Magnonmens" noemen.)
De naam "Adam" is het Hebreeuwse woord voor "mens". Aangezien het
waarschijnlijk ontleed is van het woord "Adamah", dat "aarde" betekend,
en omdat het Bijbelverhaal tevens noemt dat Adam werd geschapen uit de
Aarde, zou "Adam" vertaald kunnen worden als "aardmens" of "mens dat
geschapen is uit de aarde". Enki's enige zoon Ningishzidda zou vrijwillig
geïncarneerd zijn als de geperfecioneerde "Adam".
Volgens Edgar Cayce was het hogere goddelijke plan hiervan dat
de aapmensen op Aarde vanaf dat moment in een lichaam konden
incarneren dat geschikt was voor noodzakelijke verdere spirituele
groei. Deze Adam zou later onder andere opnieuw gereïncarneerd zijn als Henoch,
Hermes Trismegistus, en anderen, om de mens de weg te wijzen. Zijn laatste incarnatie
was die van Jezus van Nazareth. Edgar Cayce had het in één van zijn readings over spiritueel
vergevorderde "engelachtige" wezens die afkomstig waren in de richting van de riem van het
sterrenstelsel Orion.
Volgens de Bijbel gebeurde
de schepping van de mens in de Hof van Eden ("Eden" zou betekenen:
"mooi maken"). Volgens een reading van Dr. Douglas James Cottrell zou de Hof van Eden
in de omgeving van Ethiopië hebben gelegen. Adam zou slechts één van de rassen van de wereld
zijn. Elders in de wereld zouden er andere rassen zijn ontstaan. Als
men het verhaal in de Bijbel goed leest lijkt het er inderdaad sterk
op dat er meerdere mensen op de wereld waren afgezien van Adam en
zijn familie.
Igigi betekend letterlijk: "zij die horen
en zien", dus het waren observeerders. Het is echter wel
duidelijk dat de Igigi in de Bijbel bekend zijn als de "zonen
Gods" en in het boek van Henoch als "Grigori". Grigori
betekend "wachters" oftewel degenen "die alles in de
gaten houden". In het tweede boek van Henoch werden ze
beschreven als reusachtige en volgzame soldaten. Soemerië of "Sumer"
betekend dan ook: "Land van de Wachters". Volgens Zecharia Sitchin's vertaling zouden de Igigi
afkomstig geweest zijn van de planeet Mars, aangezien de "goden" daar al eerder een kolonie hadden opgericht
toen Mars al reeds een droge en onvruchtbare planeet was geworden.
Volgens het verhaal van de eeuwenoude Soemerische
kleitabletten werden de Anunnaki en de Igigi later door de Soemeriërs
beschouwd als goden. In de latere Hebreeuwse teksten werden ze "zonen
Gods" genoemd, maar wordt vandaag de dag op de meeste plaatsen in de
Bijbel als "engelen" vertaald. De Igigi waren ondergeschikt aan de
Anunnaki en moesten zware arbeid voor hen verrichten. Toen ze zagen hoe
mooi de vrouwen van de Aarde waren geworden, kwam een zekere groep
onder hen in opstand en daalde naar de Aarde af om daar vrouwen voor
zichzelf te gaan zoeken.
Deze groep werd in het boek van Henoch de
"gevallen engelen" genoemd en zouden zijn geland op de Hermonberg op de
huidige grens van Libanon, Syrië en Israël. Dit zou zich afgespeeld
hebben gedurende de tijd van Atlantis,
enige tijd nadat het grote continent Lemurië - dat zich in de
Stille Oceaan bevond - verzonken was en veel van haar inwoners naar
Atlantis waren gevlucht. Het grote continent van Lemurië zou zich
hebben bevonden in de Stille Oceaan, zich uitstrekken vanuit Azië,
helemaal naar de beide Amerika's. De beschaving van Atlantis zou
ontstaan zijn rond 200.000 v. Chr.
De engelen brachten mensen kennis bij maar daarbij ook kennis die niet goed voor hen was zoals het vervaardigen van wapens en spreuken. Deze engelen konden ook nageslacht verwekken bij de mensen omdat de mens grotendeels hun genetisch materiaal had geërfd. Hun nakomelingen met de vrouwen van de Aarde waren groot van gestalte; Ze waren reuzen. Aangezien hierdoor steeds de lokale voedselvoorraad uitgeput raakte werden deze reuzen dus al snel de zondebok, wat tot conflicten leidde tussen de reuzen en de gewone mensen. Toen begonnen de reuzen stammen onder elkaar te vormen en konden alles vernielden en opeten wat ze tegenkwamen - met inbegrip van mensen - omdat niemand ze weerstand kon bieden om hen voor het gerecht te slepen.
Omdat ze op dringend verzoek niet stopten met hun inmenging
met de mensheid werd volgens het Boek van Henoch uiteindelijk de
aanvoerder van de "gevallen engelen" opgespoord en geketend
door de engelen van God. Het mocht echter niet baten want het
kwaad was al geschied; de creatie van de mens leek namelijk al
verpest vanwege het bestaan van de boosaardige reuzen. De makers van
het mensenras hadden voorgenomen om wat zij als een grote fout zagen
te herstellen en daarom zou men aanvankelijk de mens niet redden bij
de naderende ramp; de zondvloed.
De zondvloed zou de tweede
grote overstroming hebben betroffen van Atlantis zo'n 22.000 jaar v.
Chr. Na de vloed strandde Noach in Mesopotamië en was de voorvader
van Abraham en later Mozes; en dit is waarom de rest van de Bijbel
zich voornamelijk afspeeld in Mesopotamië en Egypte.
Volgens de sessies van Dr. Douglas James
Cottrell, zou er zo'n dertig biljoen jaar geleden (toen de Noordpool
op de constellatie van de Grote Beer gericht stond) intelligent
leven zijn geweest op Mars met dieren, groene vegetatie en
mensachtigen, tot er een grote ramp gebeurde waarbij de manen van
Mars en Jupiter met elkaar in botsing kwamen waardoor de planeet Mars
begon te tuimelen en hierdoor in de onvruchtbare woestijnplaneet
begon te veranderden zoals wij deze vandaag de dag kennen. De
overlevenden waren naar andere planeten gevlucht, waaronder de Aarde
- wat hun meest succesvolle toevlucht geweest zou zijn; Zij werden
Aardbewoners.
De Amerikaanse elektrotechnicus Ernest L. Norman
schreef in zijn gechannelde boek: "The Truth about Mars (1956)",
dat overlevenden meer dan een miljoen jaar geleden van Mars naar de
Aarde waren gevlucht en een kolonie hadden opgericht dat uiteindelijk
het hedendaagse Chinese ras werd. We spreken hier dan over de
"oorspronkelijke" Marsbewoners, dus niet die Anunnaki/Igigi
die daar pas veel later aankwamen.
Volgens Edgar Cayce
verscheen de beschaving van Lemurië rond 900.000 v.Chr, zo'n 100.000
jaar later nadat de Marsbewoners zich volgens Norman op Aarde zouden
hebben gevestigd, en zeer ruwweg genomen zo'n half miljoen jaar
eerder voordat de Anunnaki op Aarde aankwamen volgens Zecharia
Sitchin. Met een beschaving wordt een geavanceerde staat van
menselijke beschaving bedoeld waar een hoog niveau van cultuur,
wetenschap, industrie en bestuur is bereikt. Zeker is dat deze
Lemurianen toen niet slechts primitieve jagers-verzamelaars waren.
Volgens Sitchin zou het oorspronkelijke mensenras van de Aarde
gedurende deze tijd nog steeds in een meer primitieve staat zijn
(dichter bij wat men hedendaags als de "aapmens" beschouwd)
totdat de Anunnaki op de Aarde aankwamen en de Homo Sapiens schiepen,
dus zou het mogelijk kunnen zijn dat deze Lemurianen de
afstammelingen waren van het ras van deze Marsbewoners?
Een
vrijgegeven document (naar het schijnt in februari 2017) van de
Central Intelligence Agency (CIA) van een zogenaamde "remote
viewing" (helderziend waarnemen op afstand) sessie, uitgevoerd
in het jaar 1984, geeft details over de planeet Mars in dezelfde
tijdsperiode van één miljoen jaar geleden, en lijkt de informatie
te staven van zowel Dr. Cottrell als Ernest L. Norman, aangezien het
ook een beeld schetst van grote piramidevormige gebouwen op Mars, een
planetaire ramp en het noemen van het vluchten naar een andere
planeet met veel vegetatie en hevige vulkanische activiteit, wat aan
de beschrijving voldoet van de planeet Aarde, zo'n één miljoen jaar
geleden. (Meer details in het hoofdstuk over Mars.)
Gedurende
de tijden van Lemurië en Atlantis waren de namen "Lemurië"
en "Atlantis" niet de werkelijke namen van deze nu
verzonken continenten; De naam Lemurië is gegeven door een
wetenschapper die opmerkte dat lemuren aan beide kanten van de Stille
Oceaan voorkwamen waardoor hij stelde dat dit alleen mogelijk kon
zijn als er ooit een groot continent in de Stille Oceaan had gelegen.
Volgens verschillende mediums is Paaseiland nog één van de enige
stukjes land en cultuur dat overgebleven is van Lemurië. De beelden
van Paaseiland zouden een eerbetoon zijn aan degenen die de
overstroming van Lemurië niet hebben overleefd en daarom staan ze
aan de kunst ook met hun hoofd naar het westen, waar het enorme
continent dus ooit was.
Tot in de tijd van Genesis maakten de mensen waarschijnlijk nog geen onderscheid in continenten en was Atlantis gewoon de wereld zoals men die kende, en toen dat wel gebeurde noemde men hun eigen land simpelweg hun moederland of zoiets dergelijks. De Azteken noemde het "Aztlan" wat betekend "de plaats van oorsprong". De Griekse wijsgeer Plato had van een Egyptische priester het verhaal van het verzonken eiland in de Atlantische Oceaan gehoord dat men toen de Atlantis Zee noemde, en daarom noemde hij dit eiland: "Atlantis".
Atlantis was oorspronkelijk echter niet zomaar een eilandje;
het was een enorm continent dat zich bevond in de Atlantische
Oceaan en zich uitstrekte van Midden-Amerika aan de ene kant en in de
buurt van de kust van Marokko aan de andere kant. Door de eeuwen heen
verloor Atlantis echter steeds meer land door overstromingen waardoor
het een archipel werd – een eilandenrijk - tot er uiteindelijk maar
één eiland van overbleef waar Plato over gesproken had in zijn
bekende dialogen over Atlantis.
Volgens bepaalde mediums zou
de eerste grote overstroming van Atlantis zo'n 52.000 jaar geleden
hebben plaatsgevonden. Zelfs toen zouden zelfs nog bepaalde
dinosaurssoorten
geleefd hebben die echter op een verkeerde manier zouden zijn
gedateerd omdat de omstandigheden van grote overstromingen hierbij
niet zijn ingecalculeerd. Dit is waarom er in de Bijbel draken
genoemd werden; dit waren geen fantasiedieren. Pas in de jaren 1800
erkende de westerse wereld dat zulke soort wezens ooit echt bestaan
hadden in het verleden, toen men de eerste dinosaurusbeenderen vond.
Men meende dat deze beenderen wel miljoenen jaren oud moesten
zijn. De
hedendaagse moderne wetenschap meent echter dat alle
dinosaurussoorten plotseling geheel uitgestorven waren rond 65 miljoen
jaar geleden, mogelijk door een grote ramp.
In het jaar 2005 werd een zeer belangrijke ontdekking gedaan over de
dinosauriërs; Paleontoloog Dr. Mary Schweitzer en
haar groep ontdekten de eerste overblijfselen van bloedcellen in
dinosaurusfossielen en later ontdekte ze ook overblijfselen van zacht
weefsel in een Tyrannosaurus Rex-exemplaar. Eerst leek dit zonder enige
twijfel te bewijzen dat deze dinosauriërs geen miljoenen jaren oud
konden zijn. In de veronderstelling dat dit niet waar kon zijn, opperde
men een theorie waarbij men suggereerde dat het materiaal miljoenen
jaren lang geconserveerd had kunnen blijven mits onder optimale
omstandigheden. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat zacht weefsel
nog steeds kan bestaan na miljoenen jaren.
Natuurkundige Dr. Thomas Seiler deed eveneens een opmerkelijke vondst; Hij dateerde een aantal botsmonsters van acht dinosauriërs op slechts 22.000 tot 39.000 jaar oud. Hij presenteerde zijn vondsten in het jaar 2012.
Verder werd in de maand mei van het jaar 2012 ook nog een
Triceratops-hoorn ontdekt door paleontoloog Otis Kline Jr,
microscoopgeleerde Mark Armitage, en microbioloog en hobbypaleontoloog
Kevin Anderson in Dawson County, Montana. Microscopisch onderzoek
toonde dat het niet alleen versteend bot bevatte maar ook diverse lagen
behouden gebleven weefsel. Twee botmonsters van de hoorn (GDFM 12.001a
en GDFM 12.001b) werden naar de Universiteit van Georgia gestuurd voor
een Koolstof-14 datering, met als uitkomst een geschatte ouderdom van
33.570 ± 120 jaar oud voor het eerste monster en 41.010 ± 220 jaar oud
voor het tweede. Kort na zijn publicatie werd hij echter ontslagen
wegens de klacht dat hij in de publicatie zijn ideeën als creationist
doorgedrukt zou hebben. Hij liet het er echter niet bij zitten en
klaagde de universiteit aan in juli.
Sinds de 15de eeuw heeft men oude stenen beschreven uit Peru
waar monsterachtige figuren op zouden staan. Op deze stenen zijn ook
wereldkaarten op te zien met inbegrip van Atlantis en Lemurië. Eén van
deze stenen werd gedateerd op een ouderdom van zo'n 55.000 jaar oud. In
Mexico zijn er ook een groot aantal kleifiguren gevonden van wezens die
veel op dinosauriërs lijken. Het grootste deel van de wetenschappelijke
gemeenschap geloofde echter dat al deze stenen
en figuurtjes geen echte eeuwenoude artifacten konden zijn omdat men er
altijd vanuit ging dat er nooit
een tijd was geweest waar mens en dinosauriër tezamen leefden.
De dinosauriërs zouden voor het grootste gedeelte omgekomen zijn tijdens de overstromingen en klimaatsveranderingen van 22.000 jaar geleden, maar ook vanwege de maatregelen van de mensen omdat ze gewoon veel te gevaarlijk voor hen waren.
Rond het jaar 10.500 voor Christus waren al veel groepen mensen geëmigreerd naar andere delen van de wereld zoals Midden-Amerika en Egypte, en hier werden grootschalige kolonies gesticht. Hierdoor hebben de bouwstijlen van deze culturen veel overeenkomsten en hebben ook beide een hiërogliefenschrift en het gebruik van mummificatie.
Ook de Galliërs (de Fransen), de Kelten en de Friezen zouden direct afstammen van bepaalde groepen Atlantiërs. Er bestaat zelfs een middeleeuws geschrift: "het Oera Linda Boek" genaamd, dat verteld dat de Friezen van een eiland uit het westen komen dat men "Atland" noemde, wat vertaald kan worden als "oudland" of moederland. Rond 9.900 v.Chr. begon de laatste ijstijd en daarbij verzonk ook het laatste overgebleven eiland van Atlantis in de oceaan. Het enige land wat nog van Atlantis overgebleven is zijn haar bergtoppen, die nu de Azoren zijn.
Het leven in Atlantis was in het begin zoals in Lemurïe erg
primitief, maar vanwege de vermeende genetische aanpassing van de
Anunnaki werden de mensen intelligenter en boekten hierdoor een grote
technologische vooruitgang zo rond 52.000 voor Christus. Omdat men in
de rest van de wereld vrij primitief bleef zag men de technologie van
de Atlantiërs daarom ook vaak aan als magie. Op het hoogste punt van
deze vooruitgang was hun beschaving zelfs vergelijkbaar met de
huidige westerse beschaving en op sommige punten zelfs veel verder.
Maar het grootste verschil is dat men geleerd had om enorme krachten
uit de werking van de natuur te tappen en dit te versterken met
kristallen.
Men had op een geven moment zelfs vliegmachines en
andere vervoersmiddelen ontwikkeld die gebruik maakten van het
natuurlijke energieraster van de Aarde waar de energie versterkt en
bruikbaar gemaakt werd door middel van piramides. Dit raster bestaat
uit een netwerk van knooppunten en lijnen dat we vandaag de dag als
Leylijnen kennen.
Met behulp van dit raster kon men tevens ijzer en steen gewichtsloos maken en daarom werd het ook gebruikt om loodzware stenen te tillen, zoals bijvoorbeeld voor de bouw van piramides en tempels. Deze lijnen worden ook wel de meridianen of energiebanen van de Aarde genoemd en zijn geleiders van het elektromagnetisch veld dat afkomstig is van de buitenste korst van de Aarde dat uit gesmolten ijzer bestaat.
Volgens Dr. Douglas James Cottrell had men tevens zo'n
dergelijk netwerk met piramides op de planeet Mars, daarom zou het
kunnen dat de kennis van een dergelijk netwerk op Aarde te
maken kan hebben met de kennis van de eerdere Marsbewoners die naar
de Aarde waren gevlucht.
De meest geavanceerde vliegmachines van de Atlantiërs die
gebruik konden maken van dit netwerk zagen er sigaarvormig uit met
patrijspoorten en gelijken sprekend op beschrijvingen van een bepaald
type onbekend vliegend voorwerp dat regelmatig vanaf midden 1900
gedocumenteerd werd. Men noemde ze Vailx in Atlantis, en waren meestal
passagiersvoertuigen.
In
de Mahabaratha, onderdeel van de eeuwenoude Vedische geschriften uit
India, sprak men tevens over vliegmachines die men Vimana noemde. In
bepaalde moderne Indische talen is “Vimana” nog steeds het woord
gebleven voor "vliegtuig". Deze vliegmachines zouden anders eruit
hebben gezien dan de Atlantische Vailx; Eerst waren ze schotelvormig,
maar toen veel kennis daarover verloren was geraakt maakte men veel
simplistischere vliegmachines met vleugels.
Helaas werd de kennis om enorme krachten uit de natuur te
tappen ook hun ondergang. Het overladen van het Grote Kristal - de
grootste energiecentrale van Atlantis – zorgde namelijk voor een
grote ramp waar Atlantis uiteindelijk in zijn geheel door verzonk.
Op bepaalde ongeveer precies van elkaar verspreide plaatsen op de wereld zou deze kennis nog verborgen liggen en zou pas weer gevonden worden als de wereld er klaar voor is om een dergelijke ramp te voorkomen. Deze plaatsen zouden in het westen van de wereld zijn: in Yucatan in Midden-Amerika; in het oosten van de wereld: ergens heel diep onder de grond van het Gizeh-plateau in Egypte dat bereikbaar zou zijn via de Grote Sfinx; en in het midden van de wereld: de tempels van Atlantis onder meters zeeslijm.
Hier volgt een korte hypothetische tijdslijn van de vroegste geschiedenis van de mensheid: (Alle genoemde jaartallen zijn slechts ruwe indicaties.)
10.360(?) - 9.900 v.Chr: Hebzucht, lust en corruptie leidden tot moreel verval en de geestelijke ondergang van de gouden eeuw van Atlantis. Verblind door de angst voor komende rampen, als vergelding voor hun zondige leven, werden vaak onschuldige mensen in een poging om hun gemeenschappelijke zonden af te lossen. (Oliver, "Dweller on Two Planets") Edgar Cayce noemde tevens 7.000 en 9.000 v.Chr. als de tijdspanne van het verval van het gouden tijdperk van Egypte.
10.300 v.Chr: Oprichting van de Grote Bibliotheek in Alexandrië, Egypte. (Cayce 315-4)
9.900 v.Chr: Opnieuw een verschuiving van de magnetische polen tegen het de einde van de laatste ijstijd. Dit veroorzaakte meer aardsveranderingen wat leidde tot het zinken van de laatste overgebleven eilanden van Atlantis met inbegrip van het grote Poseidia. (Cayce 364-1 en 288-1) De mensen die in staat waren te ontsnappen in die tijd, vluchtten naar Egypte, Yucatan, Mexico en andere plaatsen. (Cayce) Ook ontstonden er veranderingen in de aansluitingen van het elektromagnetische veld van de Aarde, wat de verdere verdichting van materie veroorzaakte waardoor er een einde kwam aan de mogelijkheid voor "spirituele" wezens (goden/engelen/geesten) om zich vrij te materialiseren en dematerialiseren naar behoeven, en waardoor incarnatie als enige mogelijkheid overbleef om het leven op Aarde te ervaren. (Daan Akkerman) Volgens Rudolf Steiner konden de mensen voor de ondergang van Atlantis de wereld van de goden waarnemen gedurende hun slaap, maar niet meer na deze periode.
9.000 v.Chr: Dierlijke invloeden zoals aanhangsels van vleugels, staarten, veren, klauwen en hoeven verdwenen uiteindelijk van het menselijk lichaam, met uitzondering van enkelen die later correct werden weergegeven in Assyrische en Egyptische kunst. (Robinson, "Edgar Cayce's Story of the Origin and Destiny of Man")
8.000 v.Chr: Bouw van het tempelcomplex van Angkor Wat in Cambodja, in de oorspronkelijke staat. [zo'n 10.000 jaar geleden.] (Cottrell)
6.000 v.Chr: Catastrofe in de omgeving van de Bimini-eilanden. (Archeologie)
5.500 v.Chr: Datum van de Bijbelse "Exodus", aldus Edgar Cayce, in de tijd wanneer Ramses II farao zou zijn. (Cayce 470-22) Volgens Egyptologen is dit is echter in tegenspraak met de historische datum waarin deze farao regeerde (1279-1213 v. Chr).
3.800 v.Chr. De algemeen aanvaardde datum door archeologen van de "plotselinge" opkomst van een hoog ontwikkelde beschaving in Soemerië, gelegen in met name het voormalige Zuid-Irak. Kan mogelijk veel ouder zijn. (Archeologie)
2.038 v.Chr: Geboorte van of Abraham (Ibrahim); de eerste aartsvader van het volk Israel. (Bijbelgeleerden)
1.391 v.Chr: Geboorte van Mozes, stichter van de Israëlitische godsdienst. (Bijbelgeleerden)
1.194 - 1.184 v.Chr: De Trojaanse oorlog tegen de stad van Troje door de Acheeën (de Grieken) nadat de Trojaanse prins genaamd Paris de beeldschone Helena afpakte van haar echtgenote Menelaos, koning van Sparta. (Traditioneel gedateerd)