De oudste beschrijvingen van vliegmachines werden in de oude geschriften van India genoemd, de Veda's en vooral in de Mahabharata, Bhágavata Purána en Rámáyana, en worden "vimana" genoemd, wat in enkele moderne Indiase talen (nog steeds) het woord is voor "vliegtuig". Deze luchtvaartuigen konden zelfs in de ruimte reizen aangezien er een gevecht wordt beschreven tussen twee luchtvaartuigen op de maan. Deze werden beschreven in verschillende vormen en groottes: sigaarvormig, zeppelin-achtig, schotelvormig, driehoekig en zoals een dubbeldekker. (Zie: www.hinduwisdom.info en Wikipedia.)
Het
boek: "A Dweller on Two
Planets" (een bewoner op twee
planeten), uit 1894, beschrijft een zeker luchtvaartuig dat veel
gebruikt werd in de technologisch gevorderde tijd van Atlantis. Dit
luchtvaartuig had de vorm van een cilinder en had een serie raampjes,
zoals een modern passagiersvliegtuig maar dan zonder vleugels en een
staart. (Zie de afbeelding hier rechts, afkomstig uit het boek.)
Bepaalde typen zouden tevens
onder water kunnen reizen zoals een duikboot.
Volgens de
beschrijving maakte het toestel geen gebruik van
aerodynamische krachten, die normaal gesproken de vleugels zouden
dragen, maar van de kracht van de zwaartekracht en zijn tegenpool de
zogenaamde anti-zwaartekracht. Het toestel werd in het boek
"vailx" (of Valix; meervoud: "vailixi") tevens
genoemd in de oude Sanskrietgeschriften uit India als de
vliegmachines van de Ashvins (goden). Men zegt dat wanneer de
18-jarige auteur van dit boek deze informatie zou hebben
doorgekregen, hij onmogelijk bekend kon zijn met deze oude
Sanskrietteksten. Verder zouden vliegtuigen, afgezien van enige
vroege experimenten, pas uitgevonden zijn in het jaar 1899, toen de
Amerikaanse gebroeders Wright hun eerste vliegtuig ontwikkelden,
namelijk een kleine tweedekker die gevlogen werd als een vliegtuig.
Zijn beschrijving van een luchtvaartuig dat doet denken aan een
modern passagiersvliegtuig, alleen dan zelfs nog geavanceerder, is op
z'n minst opmerkelijk te noemen.
Vrije vertaling van pagina 75
uit het boek "A Dweller on two Planets":
"Onze vailx had de grootte van het gemiddelde verkeer, deze vaartuigen werden gemaakt in vier standaardlengtes: nummer één, ongeveer vijfentwintig voet; nummer twee, tachtig voet; nummer drie, iets van honderd-en-vijfenvijftig voet, terwijl de grootste tweehonderd voet langer was dan de derde grootte. Deze lange spillen waren in feite ronde, holle naalden van aluminium, gevormd van een buiten- en binnenomhulsel waartussen vele duizenden dubbele T-klampen waren, een opstelling dat zorgde voor een intensieve stijfheid en kracht. Alle scheidingen maakten andere klampen van toegevoegde weerstandskracht. Vanaf midscheeps waren de schepen kegelvormig naar ieder uiteinde naar scherpe punten. De meeste vailxi waren bevoorraad met een opstelling dat, wanneer men wenste, een open wandeldek mogelijk maakte aan één uiteinde. Ramen van kristal, met een enorme weerstandskracht, waren in rijen zoals patrijspoorten langs de zijkanten, een paar aan de bovenkant, en anderen in de vloer geplaatst, dus een uitzicht verschafte in alle richtingen."
"Luchtschip-onderzeeër
die het water in gaat"
(Uit "A Dweller on Two Planets")
Afgezien van de invloed van de Sanskriet-teksten worden in het boek tevens woorden gebruikt die gelijken op woorden van de Meso-Amerikaanse talen (bijvoorbeeld het woord "Incal"), Oud-Grieks en Latijn. Niet alleen het meer frequente gebruik van de letter "x'' in woorden, maar ook het "-i" achtervoegsel in de meervoudsvorm is duidelijk aanwezig in zowel in Grieks en Latijn. De Engelse uitspraak van het woord: "vailx" ofwel "vailix" (spreek uit als "veelks" of "velix") lijkt opmerkelijk genoeg veel op het Latijnse woord: "velox", dat "snel, vlot" betekend en waar het woord Engelse woord "velocity" (snelheid als vector) vandaan komt. Vandaag de dag zouden we misschien "vailx" kunnen vertalen als een "speeder".
Het boek "The Story of Atlantis" (1896) door William Scott-Elliot noemde dit soort vliegmachines nog jaren voor de gebroeders Wright in 1903 hun eerste succesvolle vlucht hadden gemaakt. Ze werden hier "lucht-boten" genoemd omdat ze qua vorm leken op een boot maar dan zonder dek. Ze zouden zo'n 100 mijl (150 km) per uur kunnen vliegen maar met slechts een hoogte van een paar honderd voet (30,5 meter). Ze bestonden eerst uit zeer dun hout maar werden later gemaakt van een legering van lichte metalen dat het nog steviger en lichter maakte en wat er wit uitzag van kleur, zoals aluminium. Het kon verticaal opstijgen en zich horizontaal verplaatsen door middel van een stuwkracht die van een etherische aard zou zijn, en die vanuit een generator in het midden van het luchtvaartuig door twee horizontale en acht verticale buizen geleid, en vervolgens uitgelaten kon worden. Deze horizontale buizen waren bestuurbaar waardoor hun hoek aan te passen was en dus de richting van de stuwkracht. (Volgens het boek is haar informatie gebaseerd op onderzoek van helderziende bronnen en klaarblijkelijk de informatie van de Theosofische Gemeenschap. (Het is hier in zijn geheel te lezen in het Engels: www.sacred-texts.com/atl/soa.)
In zijn lezingen noemde de helderziende Edgar Cayce tevens luchtschepen die zich zowel in de lucht als onder water konden begeven. Uit Zie Edgar Cayce Reading 2157-1:
"De entiteit nam toen deel aan het vermogen van degene die de schepen begeleide die zowel in de lucht zeilden als onder water; men was tevens de maker dat de liften produceerde en de verbindende buizen die gebruikt werden door samengeperste lucht en stoom en de metalen in hun zichtbare dampen."
Volgens het materiaal van Edgar Cayce werden deze schepen vanaf de grond aangedreven door middel van een energiecentrale dat onzichtbare naar deze schepen stuurde dat alles kon doordringen. In andere woorden zouden we vandaag de dag kunnen zeggen dat de energie draadloos naar hen werd toegestuurd. Te midden van de energiecentrale was er een speciale kunstmatig vervaardigde steen die men de "vuursteen" noemde, en het was slechts aan ingewijden bekend hoe deze te vervaardigen.
De Amerikaanse helderziende Paul Solomon zag het Atlantische
eiland Poseida alsof het wel een totaal andere wereld leek omdat hij
overal zoveel vliegmachines zag. Hij beschreef een vaartuig dat
overeenkomt met de "vailx" uit Oliver's boek: de vorm had
als een lange cilinder, zonder vleugels, met slechts twee
staartsteunen aan de onderkant die eruitzien als koper. De
aandrijving van deze machine kwam van twee bronnen, van boven en
vanaf de kant van de Aarde. Er is magnetisme afkomstig van de zon of
van de kosmische krachten die inwerken op het schip en er is
magnetisme vanaf de Aarde dat inwerkt op het schip. Deze schepen
werkten door een balans te scheppen tussen deze twee krachten, en
hiervoor werd zonne-energie gebruikt om het magnetisme van de Aarde
tegen te gaan. De aandrijvingskracht is van de aard dat we een
laserstraal zouden noemen dat werkt door een koperen geleider dat in
twee lange kanalen over de onderkant van het schip loopt.
Tevens
zag Paul Solomon een andere, ongebruikelijke vliegmachine waarvan hij
niet wist waar dit was maar hij nam aan dat dit onderdeel was van het
Atlantische bestaan. Het was een éénpersoons luchtvaartuig waar men
in lag met het hoofd naar voren, ongeveer zoals men op een motorfiets
zit. Het werd met de handen bestuurd vanachter een windscherm dat
transparant leek vanaf de zijde van de bestuurder en dat beelden liet
zien van wat er naderde. De vleugels waren gestrekt en naar beneden
gekromd bij de uiteinden en waren net iets langer dan de armen van
een man, misschien twee voet langer aan iedere kant. Deze machines
waren zwart van kleur en werden aangedreven door elektromagnetische
krachten. Ze leken bekwaam om er hoog mee de ruimte in te gaan, op de
één of andere manier, zonder kwalijke effecten voor de bestuurder.
(Bron: Paul Solomon's Source Readings, reading nr. 5, maart 1972.)
Deze beschrijving doet wel enigszins denken aan de raadselachtige kleine objecten (ongeveer 8-12 cm lang) welke door sommigen "gouden vliegtuigjes" worden genoemd. (Zie de afbeeldingen links en rechts). Deze kwamen van de Tolima Indianen in Colombia en er wordt vernomen dat ze op z'n minst 1.500 jaar oud zijn. (Aangezien ze van goud zijn is precieze datering niet mogelijk.) Museums uit Duitsland en Colombia die deze objecten vertonen menen dat deze objecten fictieve figuren voorstellen verwant aan vliegende vissen, insecten en vogels.
Bij nadere beschouwing lijken ze wel
modellen van machines die
gebouwd zijn met geavanceerde kennis van technologie en aërodynamica.
Deze modellen lijken te zijn uitgerust met een horizontale en
verticale stabilisator en als we naar bepaalde modellen kijken kunnen
we zelfs roeren en hoogteroeren ontdekken, terwijl andere modellen
gebouwd zijn op een manier dat de stabilisatoren zelf zouden kunnen
werken als roeren en staartroeren. Verder zien we dat de romp
gedeeltelijk open is alsof men er in zou kunnen liggen, we zien een
windschild, en cilinders die mogelijk met de aandrijving te maken
kunnen hebben. Het lijkt goed overeen te komen met de beschrijving
die Paul Solomon gaf over deze vliegmachines waarvan hij vernam dat
ze waarschijnlijk eens onderdeel uitmaakten van het Atlantische
bestaan.
De Zwitserse schrijver Erich von Däniken, met name
bekend vanwege zijn populair boek: "Waren de goden kosmonauten?"
(1968), ondernam een experiment waar men schaalmodellen na bouwde van
deze "gouden vliegtuigen". Deze modellen waren ongeveer één
meter in grootte, gemaakt van gesmolten plastic en werden aangedreven
door één propellor aan de voorkant. Ze bleken na de testvlucht
aërodynamisch te zijn en konden met in de lucht blijven. (Zie de
video: "The
Mysterious World - Search for Ancient Technology".)
Trance-medium Daan Akkerman noemde in één van zijn readings dat deze buitenaardse "engelen" (zie het hoofdstuk: "Oude geschriften") de mogelijkheid hadden om zich naar wens te materializeren en dematerializeren, gedurende de vroege tijden van Atlantis en daarvoor, en hadden de mogelijkheid om te reizen tussen tijd en dimensies van tijd, met behulp van vervoersmiddelen die leken op kleine vliegtuigjes. Misschien waren deze "Gouden Vliegtuigjes" wel nabootsingen hiervan.
Eklal Kueshana, de schrijver van het boek "The Ultimate Frontier" (de uiterste grens), beschreef een nog een ander soort Atlantisch luchtvaartuig. Hij schreef in een artikel uit 1996 dat de vailixi eerst werden ontwikkeld in Atlantis rond 18.000 v.Chr. en gedurende deze tijd zouden de meeste luchtvaartuigen de vorm hebben van wat wij vandaag de dag zouden herkennen als een vliegende schotel. Volgens zijn beschrijvingen waren ze schotelvormig met drie halfronde motorgondels aan de onderkant en ze gebruikten een mechanisch anti-zwaartekrachtsapparaat dat aangedreven zou zijn door motoren die ongeveer 80.000 pk ontwikkelden.
In haar roman: "Tillbaka til Atlantis" (1991) ("Terug naar Atlantis") beschreef Zweeds medium en schrijfster Mariana Stjerna tevens ovaalvormige (schotelvormige) Atlantische luchtschepen die stil in de lucht konden blijven hangen die - net zoals in de Mahabharata - "vimana" worden genoemd.
De "(strijd)wagen" die gezien en beschreven werd door de Bijbelse profeet Ezechiël zou misschien wel zo'n luchtvaartuig geweest kunnen zijn; Zijn beschrijving van "wielen in wielen" suggereert namelijk een schotelvormig ontwerp, de "ogen" in de velgen zouden uitlaatpoorten of patrijspoorten geweest kunnen zijn, en de glinsterende koepel boven hun hoofden zou een transparante koepel bovenop het vaartuig geweest kunnen zijn. (Zie: "Ezechiël 1:1-28")
Edgar Cayce noemde in verband met de Atlantische luchtvaartuigen: "de manieren van vervoer, de manieren van communicatie waren toen zoals Ezechiël beschreef op een latere datum" (Edgar Cayce Reading 1859-1). Volgens Dr. Douglas James Cottrell nam Ezechiël een voertuig waar dat aangedreven werd door het gebruik van zwaartekracht en anti-zwaartekracht. (Zie de video: "Ezekiel's wheel, the Garden of Eden, and the Dinosaurs' demise", door Rammsteinregeln.)
Er waren ook vier wezens in dat luchtvaartuig die - vanwege hun vreemde verschijning en manier van voortbewegen- mogelijk engelachtige wezens geweest kunnen zijn die mogelijk niet van de Aarde kwamen. Veel Bijbelgeleerden menen dat dit Cherubijnen zijn; een zekere engelenklasse. Uit Ezechiël 1:4-21:
"Dit zag ik: er stak een storm
op uit het noorden; uit een zware wolk, omgeven door een lichtgloed,
schoten felle bliksemstralen. In de wolk was vuur dat leek op
blinkend metaal.
In het midden kon ik vier levende
wezens onderscheiden. Zij zagen eruit als mensen, maar ieder van hen
had vier gezichten en vier vleugels. Hun benen waren recht; hun
voeten leken op de hoeven van een kalf en glansden als gepolijst
brons. Ze waren met hun gezichten en hun vleugels naar vier zijden
gericht. Onder elke vleugel was een mensenhand zichtbaar. Wanneer ze
zich voortbewogen, in welke richting dan ook, gingen ze recht vooruit
zonder hun lichaam te draaien. De vier gezichten leken bij ieder van
hen van voren op dat van een mens, rechts op dat van een leeuw, links
op dat van een stier en van achteren op dat van een arend. Twee van
hun vleugels waren naar boven uitgestrekt en raakten elkaar, met de
twee andere bedekten ze hun lichaam.
Overal waar ze
heen wilden gaan, daar gingen ze heen. Ieder van hen bewoog zich
recht vooruit zonder zijn lichaam te draaien. Tussen hen in was iets
dat leek op gloeiende kolen, op fakkels die heen en weer schoten. Het
vuur verspreidde een felle gloed en er schoten bliksems uit. Ook de
wezens zelf flitsten als bliksemstralen heen en weer.
Terwijl
ik naar hen keek, zag ik op de grond naast elk van de levende wezens
een wiel. De vier wielen schitterden als turkoois. Ze waren gelijk
van vorm en waren zo gebouwd dat het leek of ze in elkaar grepen. Ze
bewogen zich in vier richtingen zonder te keren. De wielen waren
ontzagwekkend hoog; de velgen waren geheel bedekt met ogen. Als de
wezens bewogen, bewogen de wielen naast hen ook; als ze stilstonden,
stonden de wielen ook stil; als ze zich losmaakten van de grond,
deden de wielen dat ook. Als de wezens bewogen, bewogen de wielen
naast hen ook; als ze stilstonden, stonden de wielen ook stil; als ze
zich losmaakten van de grond, deden de wielen dat ook. De kracht die
in de wezens was, beheerste ook de wielen. Boven hun hoofd was een
soort koepel met de verblindende glinstering van ijskristal."
Waarschijnlijk ongerelateerd, maar ook in de "Hakatha"; de "Wetten van de Babyloniërs", wordt de aanwezigheid van "vliegmachines" genoemd en dat men de kennis van het vliegen ontving van "degenen van uit de hoogte" (?):
"Het voorrecht om een
vliegmachine te besturen is geweldig. De kennis van het vliegen is
één van onze alleroudste erfenissen. Een cadeau van 'degenen van
uit de hoogte'. Wij ontvingen het van hen om er vele levens mee te
redden."
(Bron: www.crystalinks.com)
Afbeelding
uit Nürnberg's nieuwsblad van 4 april 1561
(Volledige afbeelding met oorspronkelijk artikel op wikimedia.org)
Op 14 april 1561 beschreef het nieuwsblad van de Duitse stad Nürnberg dat op de dag van 4 april een gevecht in lucht zou hebben plaatsgevonden tussen snel bewegende kogels, kruizen, wielen en buizen (zie afbeelding hierboven). Na ongeveer een uur zouden deze objecten zijn neergestort, waarbij ze leken te branden en tenslotte op de grond met veel rook vergingen. Tegenwoordig is het verhaal een populair voorbeeld geworden van ufo's in de oudheid, omdat niemand met zekerheid kan zeggen wat hier zich nu werkelijk zou kunnen hebben afgespeeld. De buizen op de afbeelding doen denken aan vailxi, terwijl de kogels misschien vliegende schotels zouden kunnen voorstellen. De zwarte pijl illustreert waarschijnlijk de naald van een kompas dat op het noorden is gericht, om aan te geven dat het tafereel werd gezien in de oostelijke richting.
De futuristisch ogende Atlantische vailxi gelijken sterk op de beschrijvingen en tekeningen van de zogenaamde sigaarvormige ufo's welke gemeld zijn sinds het jaar 1942 tot zelfs op de dag van vandaag. (Zie o.a.: www.ufoevidence.org.) Mogelijk was de vroegste officiële waarneming te vinden van een gelijksoortig object in het rapport van de bemanning van 61 eskader kapitein W/O Lever, dat werd gezien tijdens de aanval op Turijn (Noord-Italië) op de nacht van 28 en 29 november 1942:
"Het object werd gezien door de gehele bemanning van het vliegtuig boven. Ze geloofden dat het 200-300 voet in lengte was en de breedte is geschat op éénvijfde of éénzesde van de lengte. De snelheid was geschat op 500 mijl per uur, en het had vier rijen van rode lichten op gelijke afstanden verspreid over het toestel Deze lichten zagen er op geen enkele manier uit als uitlaatvlammen; geen spoor werd waargenomen. Het object behield een vlakke gang. De bemanning zag het object twee maal gedurende de aanval en korte details zijn hieronder gegeven."
(Vrij vertaald van ufomystic.com, dat echter niet meer online is.
Zouden deze waarnemingen te maken kunnen hebben met deze Atlantische luchtvaartuigen? Zo ja, wat zou dit dan kunnen betekenen? Omdat de vroegste officiële meldingen van deze toestellen tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden, zou het misschien mogelijk zijn dat enkele van deze "Atlantische" toestellen al eens eerder gevonden werden en behandeld worden als een militair geheim? Zou het kunnen dat deze luchtvaartuigen en andere geavanceerde kennis en technologie afkomstig was van een verontwikkelde buitenaardse beschaving, zoals de eerder genoemde Marsbewoners die naar de Aarde waren gevlucht? Want zonder geavanceerde ruimteschepen is het namelijk niet mogelijk om in een fysiek lichaam, van vlees en bloed, van Mars naar de Aarde te reizen. (Meer over Mars in het hoofdstuk over Mars.)
Nederlands trance-medium Daan Akkerman legde uit in zijn boek: "Lanto 1: Atlantis en ufo's (2003)", dat ufo's twee verschillende zaken kunnen betreffen, namelijk: fijnstoffelijke bezoeken vanaf verre dimensies en beelden van een werkelijkheid buiten onze tijd, afkomstig uit het Lemurische tijdperk, die voor de mens zichtbaar kunnen worden onder ideale omstandigheden. Ook Dr. Douglas James Cottrell gaf nagenoeg dezelfde verklaringen voor dit fenomeen in zijn e-book: "Unexplained 1 (2013)", waar hij naar de Atlantische voertuigen verwees die zich konden verplaatsen door zowel de lucht als het water door middel van magnetisme en anti-magnetisme en verklaarde dit soort waarnemingen als het in contact komen met wat plaats vond in het verleden. (Mogelijk kunnen we dit zien als een soort van energetische luchtspiegeling vanuit de oudheid.)
Vreemde
rotsformatie in het midden?
In het jaar 2007 dook er een verhaal op van een stad en een oud ruimteschip dat gelegen zou zijn op de verre kant van de maan van iemand die zichzelf William Rutlegde noemde en een lid beweerde te zijn van de Apollo 20 bemanning. Uiteindelijk werd bewezen dat dit verhaal bedrog was, en daarbij ook zijn geclaimde identiteit en zijn zelfgefabriceerde films en foto's. Hoe dan ook, zijn verhaal was duidelijk gebaseerd op de officiële foto's van de Apollo 15 en 17 missies, welke, hoe dan ook, wel degelijk een cilindervormig object tonen. (Zie de afbeelding hierboven en de foto's van Apollo 15 op de officiële site van NASA: afbeelding 9625 en afbeelding 9630.)
Het lijkt een groot object dat voor een gedeelte uit een krater steekt en het lijkt ook uit te blinken in de directe omgeving. Zou dit een neergestorte asteroïde kunnen betreffen of toch mogelijk een ruimteschip? Alhoewel het lijkt op een cilindervormig luchtschip zoals beschreven in het boek van Fredrick S. Oliver, zal het onwaarschijnlijk zijn dat dit een ruimteschip of luchtvaartuig kan zijn omdat dit object volgens de schaalverhouding een lengte zou hebben van 3 tot 5 kilometer.
In ieder geval zouden we niet kunnen zeggen dat het onmogelijk is om vliegende schotels en dergelijke te maken. Op 16 maart 2011 maakte het Iraanse persbureau Fars namelijk bekend dat de overheid van Iran een vliegende schotel had ontwikkeld. De uitvinder, de Iraanse kernfysicus Mehran Tavakoli Keshe, legde uit dat hij een speciale plasmareactor had ontwikkeld dat het zwaartekrachtsveld als wel het veld van magnetisme kon manipuleren om zo beweging te produceren. Keshe heeft zijn kennis inmiddels met overheden over de gehelen wereld verdeeld zodat zijn technologie op vele terreinen toegepast zou kunnen worden en dat het niet in de handen zou komen te vallen van een kleinere meerderheid die deze informatie voor zichzelf zou kunnen houden en het mogelijk misbruiken.