Niet
alleen in de oude Soemerische
kleitabletten vinden we mogelijk aanwijzingen dat een deel van de
mensheid van
buitenaardse origine zou kunnen zijn. Volgens de overleveringen van de
Afrikaanse
Zulu-stam vertellen hun verhalen dat hun voorouders hun
oorsprong hadden op de rode
"ster" die men "Liitolafisi" noemde (dat "het
oog van de bruine hyena" betekend) en welke ons vandaag de dag bekend
is als de
planeet Mars. Een lange tijd geleden zou men naar de Aarde gekomen
zijn in "boten" (ruimteschepen?) waar men in het begin de
Sahara-woestijn bevolkt zou hebben wat toen nog een tropisch
regenwoud was. "Unkulunkuli" is de naam van hun God en is
volgens hen de eerste "man" en is aanwezig in de
gehele schepping.
Mogelijk is er dan ook een verband tussen de
Zulu's en de Olmeken uit het oude Meso-Amerika, die volgens de
huidige geschiedkundigen de voorlopers van de Maya's waren, voordat
hun wrede leiders werden verstoten. We kennen de Olmeken vanwege de
kolossale stenen "Olmeekse hoofden", die met zeer
verfijnde precisie gemaakt zijn en onder het zand gevonden zijn in
Veracruz, in Mexico. (Waarschijnlijk later begraven om hun negatieve
invloed ongedaan te maken aangezien men ze blijkbaar niet of
nauwelijks kon vernietigen of verplaatsen.) Het kan iemand niet
ontgaan dat sommigen van deze beelden duidelijk Afrikaanse negroïde
trekken vertonen, terwijl, volgens het huidige archeologische beeld,
er toen geen negroide ras in Amerika zou bestaan en er geen sprake
was van transatlantisch contact tussen Afrika en Amerika.
Unarius is een non-profit organisatie die opgericht was in 1954 door de
Amerikaanse elektrotechnicus Ernest L. Norman (1940-1971), dat het
doel had om een nieuwe "interdimensionale wetenschap van het
leven" uit te dragen dat gebaseerd was op vierdimensionale
natuurkundige principes, verkregen door middel van (door hemzelf)
gechannelde informatie van intelligente wezens die verbleven op
hogere frequentiegebieden. In zijn boekje: "The
Thruth about Mars (1956)" ("de waarheid over Mars"),
schreef hij dat er zelfs vandaag de dag nog steeds leven zou zijn op
Mars en er zouden zelfs op beperkte schaal nog "mensen"
leven in ondergrondse steden die met elkaar verbonden zouden zijn
door reusachtige metalen buizen met een diameter van 91,4 tot 152,4
(drie tot vijfhonderd voet in diameter), waarin lange
monorailvoertuigen zich stil en zeer snel van de ene stad naar de
andere konden verplaatsen.
Een
close-up van één van de geribbelde transparante "buizen"
op Mars
Pas vroeg in het jaar 2000 werd
onder publieke druk de wetenschappelijke data van de eerste MGS
MOC (Mars Orbiter Camera) aan het grote publiek vrijgegeven waarbij
foto's te zien waren van de oppervlakte van Mars. De Amerikaanse
auteur Richard Hoagland ontdekte op deze foto's kilometers lange
geribbelde "buizen" waar op bepaalde plaatsen de
weerkaatsing van licht te zien was. (Zie afbeelding hierboven.)
Hierdoor was de indruk ontstaan dat deze van een doorzichtig
materiaal zoals glas zouden kunnen zijn, of misschien een soort
plastic aangezien deze buizen wel elastisch lijken zoals bij een
stofzuigerslang. Zouden dit misschien de buizen kunnen zijn waar
Norman tientallen jaren eerder over sprak?
Volgens Norman
zouden de Marsbewoners oorspronkelijk van een andere (niet bij naam
genoemde) planeet gekomen zijn welke stervende was. Meer
dan een miljoen jaar geleden zou men op Mars aangekomen zijn en
daarnaast stichtte men tevens een kolonie op Aarde dat door
de evolutie der ttijd het hedendaagse Chinese ras werd. Mogelijk
betrof dit de beschaving van het legendarische continent Mu of
Lemurië, dat nog voor Atlantis bestaan zou hebben en wat zich
zou hebben bevonden in de Grote Oceaan totdat het meeste land van dit
continent verzonk ten gevolge van hevige vulkaanuitbarstingen.
(Volgens Dr. Douglas James Cottrell zou dit rond de periode van
250.000 v.Chr. gebeurd zijn. )
Norman beschreef de groeperingen die we nu kennen als de Mongolen en de Tataren als
hoofdzakelijk woeste rondtrekkende nomadenstammen die afstamden
van het Arische ras. (Volgens Edgar Cayce en madame Blavatsky waren
de Ariërs afstammelingen van één van de rassen afkomstig van
Atlantis.) Deze kolonisten van Mars zouden met deze stammen veel
problemen hebben gehad. Alhoewel ze wapens hadden dat deze
nomadenstammen volledig uit kon roeien deden ze dat niet omdat ze
niet hun naasten wilde doden. Hij noemde tevens in zijn boek dat de
verschillende dynastieën van het Chinese Keizerrijk voor het
grootste gedeelte direct te traceren zouden zijn naar de lijn van dit
ras van Marsbewoners.
Volgens de Duitse schrijver en
onderzoeker Hartwig
Hausdorf schreven en benadrukten de oude keizers van China zelf
hun eigen bewering dat hun eigen voorouders niet van de Aarde kwamen
maar dat zij de afstammelingen waren van de zogenaamde: "zonen
van de hemel". (De zonen Gods?)
Het lijkt erop dat de technologie en
gebruiken van de Marsbewoners, zoals de kennis van de natuur en de
bouw van piramides, een zeer lange tijd op Aarde behouden was, en dat
de beschaving van Atlantis hier gebruik van maakte totdat deze kennis
uiteindelijk op den duur verloren raakte, mogelijk als resultaat
van natuurrampen waarbij volgens Plato voornamelijk de
ongeletterden in de bergen het overleefden.